Angststoornissen

Angst is een normale, gezonde en vaak levensbeschermende reactie. Angst brengt het lichaam in een soort van alarmtoestand. Zo bereidt het zich voor om zich te verdedigen tegen gevaren.

Maar soms lokken alledaagse situaties angstreacties uit die zo hevig zijn dat ze het normale functioneren belemmeren. Als dit langer dan 4 maanden duurt, spreken we over een angststoornis.

De oorzaak hiervan is nog niet helemaal duidelijk. Verschillende factoren kunnen meespelen. De ene persoon lijkt er kwetsbaarder voor dan de andere, en familiestudies wijzen ook op een ‘erfelijke’ gevoeligheid. Men denkt dat bepaalde stoffen in de hersenen (neurotransmitters) een rol spelen in de aanleg voor angst of paniek. Ook ervaringen uit het verleden en aangeleerde reacties (onder andere door opvoeding) bepalen voor een deel hoe je met angstgevoelens omgaat.

Er zijn verschillende soorten angststoornissen:

 

  • Bij een paniekstoornis is sprake van paniekaanvallen, met ook angst voor de aanval zelf.
  • In geval van een sociale fobie is iemand erg bevreesd voor de reactie of kritiek van andere personen. Dit komt vooral voor in sociale situaties zoals in een restaurant, op het werk, bij contact met onbekenden, op bijeenkomsten, et cetera.
  • Bij een specifieke fobie heeft men angst voor bepaalde situaties of dingen. De meest voorkomende zijn hoogtevrees, vrees voor duisternis, voor kleine gesloten ruimtes (claustrofobie), voor slangen, spinnen en insecten.
  • Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontstaat typisch na een nare ervaring. Je herbeleeft deze ervaring dan vaak in je gedachten of dromen.
  • In geval van een obsessief compulsieve stoornis (OCS) heb je last van steeds terugkerende dwanggedachten (obsessies) en van dwanghandelingen (compulsies).
  • Een gegeneraliseerde angststoornis uit zich als een constante, moeilijk te controleren angst, zoals overmatige stress en bezorgdheid over alledaagse zaken en over de toekomst. Deze vorm komt vaak voor in combinatie met andere psychische stoornissen.